wie zwijgt stemt toe?

mei 27, 2011

Misschien hebben sommige van u al gehoord dat er morgen een demonstratie is in Enschede van de NVU.

Sinds een paar weken staat er af en toe wat over in de krant en word ik door verschillende mensen via facebook en twitter opgeroepen en uitgenodigd mee te doen aan een tegendemonstratie. Om te laten zien dat we ons niet laten intimideren door deze demonstratie en de boodschap van de NVU.

En zolang als ik de berichten zie en de uitnodigingen krijg twijfel ik al. Ga ik erheen? Het is toch goed te laten zien dat er ook mensen zijn die het hier zeker niet mee eens zijn?

Maar ik merk dat ik wel degelijk geïntimideerd ben. Niet eens persé door de NVU en hun demonstratie.
Ik wil best laten weten dat ik het niet eens ben met wat de NVU verkondigt. Maar de adrenaline die er vrijwel zeker zal loskomen vanwege de twee partijen die tegenover elkaar staan, het politieapparaat dat aanwezig zal zijn en de mogelijke confrontatie, daar ben ik bang voor. Ik ben bang voor de heftigheid er van. En heb helemaal geen behoefte om aan deze confrontatie deel te nemen.
Ik ken mezelf en weet dat zo’n confrontatie me weken zal kosten om bij te komen. Een “cadeautje” overgehouden aan deze gebeurtenis. Ondanks dat ik dus zou willen opkomen voor mijn medemens kies ik hier voor mezelf.

Bovendien heb ik de indruk dat al die aandacht die de partij en hun demonstratie krijgt (en inderdaad, daar werk ik nu ook aan mee met dit log) juist het tegendeel bewerkstelligt dan men eigenlijk wil. In plaats van ze de mond te snoeren door te zwijgen en niet te luisteren gaan de tegenstanders van de demonstratie met potten, pannen en wat er maar geluid maakt proberen de demonstranten te overstemmen.

Daarnaast krijg ik het gevoel dat ik wel zou móeten deelnemen aan de tegendemonstratie omdat niets doen of wegblijven betekent dat het me niets kan schelen. Dat is dus niet zo, maar er lijkt geen middenweg in deze.

Het liefst zou ik de mensen van Enschede oproepen allemaal juist niet naar die demonstratie te gaan. Ik zou willen zorgen dat ze geen publiek hebben. Zorgen dat ze zelfs geen negatieve aandacht krijgen, want negatieve aandacht is tenslotte ook aandacht.

Dus uit zelfbehoud en omdat ik hun publiek niet wil zijn ga ik morgen iets anders doen.

Naast dat ik beeldend kunstenaar ben werk ik in de thuiszorg.

Soms zijn er tijden dat ik, als iemand mij vraagt wat ik doe, mijn antwoord begin met dat ik werk in de thuiszorg met daarna pas dat ik kunstenaar ben. Een balans zoeken in het werk voor brood op de plank en het werk waar ik gelukkig van word maar waar ik helaas (nog) niet van kan leven is een lastige tocht.

Toch begint er zo langzamerhand wel op een andere manier een mooie balans te ontstaan.

Toen ik begon te werken als huishoudelijke hulp in de thuiszorg was ik me er heel erg van bewust dat ik in het (t)huis en privéleven van iemand anders kwam. Ik had alle begrip, was er ten slotte voor hun, en stelde me volledig dienstbaar op.
Mijn eerste thuiszorgadres was bij een echtpaar waarvan de man aan het verpieteren was thuis omdat hij niet meer mobiel genoeg was om naar ‘de tuin’te gaan. Langzaam maar zeker zakte hij weg in depressiviteit. Naast hem een vrouw die het gevoel had dat alle aandacht alleen maar uit ging naar haar man, terwijl ze in werkelijkheid met haar klaagzang voorstdurend alle aandacht opeistte en hem letterlijk en figuurlijk overschreeuwde. Hij begon uiteindelijk aandacht te vragen door spullen te verstoppen.
De vrouw was zo dusdanig dominant dat ik met mijn dienstbaarheid ook volledig ondersneeuwde. Het was praktisch onmogelijk om me op deze plek waar de verhoudingen zo gegroeid waren te ontworstelen aan het hokje waar ik mezelf ingeplaatst had. Pogingen om mezelf meer zichtbaar te maken, meer zelf aanwezig te zijn strandden.
Na verloop van tijd kostte het zoveel energie om bij dit echtpaar te werken dat ik besloot om te vragen om een ander adres.

Het adres waar ik vervolgens terecht kwam was een verademing. Ik stel(de) me nog steeds dienstbaar op, maar dit keer stond ik stevig en liet ik duidelijk weten wie ik ben en waar ik voor sta en wat je van me kunt verwachten. Het effect was en is nog steeds merkbaar. De verhoudingen zijn repectvol en we gaan met elkaar om als gelijken. Iets wat ik op het vorige adres niet ervaarde. Bij deze meneer werk ik nu nog steeds.

In de afgelopen jaren zijn er verschillende adressen bijgekomen en weer verdwenen. Niet altijd waren de verhoudingen even goed en vertrok ik na verloop van tijd vanwege uiteenlopende redenen. Maar de laatse weken treft het me steeds weer op de 5 verschillende adressen waar ik werk, hoe ik het getroffen heb met deze mensen die ik nu heb leren kennen.

Het verbaast me steeds weer hoeveel wijsheid ze te geven hebben, hoeveel energie ze hebben, hoe positief ze hun leven leven.

Ik ben inmiddels de kunstenaar die in de thuiszorg werkt. Ze knippen krantenknipsels uit waar ik in stond, vragen oprecht geïnteresseerd waar ik mee bezig ben. En ik werk met veel plezier bij hen, maak schoon en ben kunstenaar.

geurtjes

mei 24, 2011

Toen ik vanochtend thuis kwam vanuit Hengelo rook het in mijn huis vaag naar afgestoken lucifers. Ik ging al op zoek naar verkoolde stokjes, schoof het gordijntje aan de kant dat voor mijn brievenbus zit, maar vond niets.
Toen ik verder mijn huis in liep realiseerde ik me opeens wat ik rook; ik heb een bos bloemen gekregen met een lelie erin. De lelie is inmiddels verhuisd naar buiten.

Toen ik vanmiddag thuis kwam na mijn werk kwam de weeë geur van de riolering me tegemoet. Dat gebeurt vaker, een “pluspunt” voor het in het onderste apartement wonen van een complex. Ik toog naar de douche en liet het putje voor de zoveelste keer vol lopen met water. Op het putje ligt inmiddels ook een plat deksel van een pan. Zodat de lucht niet zo ver kan komen als het vanmiddag deed.

hmmm, misschien is 1+1 2 en moet ik de lelie naar de douche verhuizen!

Save art?

mei 23, 2011

De afgelopen tien dagen waren twee van mijn werken te zien op de Twente Biënnale. Een goede expositie waar spannende dingen gebeurden op zowel regionaal, nationaal als internationaal niveau. En een expositie die zo’n 10.000 bezoekers heeft getrokken. Daarvan fluit ik even tussen mijn tanden. (10.000 mensen hebben dus mijn werk gezien, wow!)

Aan aandacht heeft de Twente Biënnale geen gebrek gehad. Ook de bezoekers hebben de expo goed kunnen vinden. Of er ook veel verkocht is daar heb ik geen zicht op, maar al met al mag ik met een aantal nieuwe leden van The Red Collectors absoluut niet klagen. En dat doe ik dus ook niet.

Er is echter 1 ding waarvan ik het gevoel heb dat het totaal de plank mis heeft geslagen. En dat zijn de stickers die ik werkelijk overal terug vond met daarop geschreven ‘save art!’

Op zich kan ik me best voorstellen dat de sticker slaat op het nieuwe cultuurbeleid; dat er subsidies wegvallen, dat sommige culturele instelling het bijzonder moeilijk gaan krijgen, etc.
Maar of je zelf je eigen boodschap hebt begrepen als je de stickers óók op kunstwerken gaat plakken, waag ik ten zeerste te betwijfelen.

Een aantal keren heb ik de stickers van mijn eigen werk afgehaald. Ook collega kunstenaars werden de dupe van deze actie. En nergens vind je de persoon of groep in kwestie die verantwoordelijk is voor de stickers. Jammer hoor. Wees dan een vent en neem verantwoordelijkheid voor je werk.

– overigens: mocht iemand licht op de zaak kunnen schijnen of betrokken zijn bij deze actie: ik hoor het graag! –

alles is kunst, toch?

december 13, 2010

Sinds gisteren weet ik het zeker, ik ben een vrouw van de ‘alles is kunst’-tijd.

Alles kan kunst zijn, of ik het wat vind is een tweede, maar dat het kan is voor mij geen vraag. Zet mij in een museale omgeving en ik zal alles wat ik zie in de eerste plaats bekijken als kunstwerk. Gisteren liep ik in het Rijksmuseum Twenthe toen ik een blik wierp in een gang en een rond zwart voorwerp op de grond zag liggen met witte vormen erop. Mijn hoofd was al bezig het te plaatsen toen ik even verder de gang in keek en een verfemmer zag staan… Dat wat ik duidde bleek dus gewoon een deksel van een emmer verf te zijn. Tja.

Maar dan..

In het Rijksmuseum (net als in veel andere musea) hebben ze ervoor gekozen bij kunstwerken bordjes te plaatsen met daarop de naam van de kunstenaar, titel, jaartal, materiaal, etc. U kent ze wel, gewoon kleine niet opvallende maar duidelijke bordjes links of recht van het werk.
Toen ik dus vervolgens een ruimte binnenliep met nummers op de ene muur en 3 schilderijen op een andere muur dacht ik te maken te hebben met 6 werken en ging ik op zoek naar de vertrouwde titelbordjes. Vooral ook omdat ik het nogal conceptueel vond, die nummers. De volgorde zette me aan het denken en dan die jaartallen er onder, buitengewoon opmerkelijk…

Rijksmuseum Twenthe

Rijksmuseum Twenthe

Speciaal voor Het Grijze Huis – een project van Hieke Pars, maakte ik nieuw werk.

Het Grijze Huis - Hieke Pars

Nieuw werk voor Het Grijze Huis

Nieuw werk voor Het Grijze Huis

Materiaal: Verhuisdeken, polyesterhars, lasdraad
Nog te zien t/m dinsdag 22 juni

Overige Bestemmingen

mei 23, 2010

overige bestemmingen!

Overige Bestemmingen op papier!
De aankondigingen van Overige Bestemmingen zijn niet langer alleen op dit blog te lezen, vandaag wordt de eerste serie Overige Bestemmingen op papier gepresenteerd. De feestelijkheden beginnen om 11.00 uur bij bestemming Dynamo Expo. Tot daar!

Grote kunstroute georganiseerd rondom lancering nieuwe flyer’ Overige Bestemmingen’ van Enschede

Overige Bestemmingen nodigt u van harte uit volop te genieten van een prachtige 12 kilometer lange fietsroute. De route voert u via kunstenaarsateliers en performances, door het Twentse landschap langs installaties en bijzondere beelden naar de Lonnekerberg en weer terug naar (de) Overige Bestemmingen.

Lancering nieuwe flyer is op zondag 23 mei om 11 uur bij startpunt Dynamo Expo.
Draag de Overige Bestemmingen Button opvallend en Wie Weet.. valt u in de prijzen..
Dwaal niet langer: raadpleeg Overige Bestemmingen. De nieuwe flyer van Enschede.

Ga je mee?

mei 12, 2010

Nog nooit wilde ik met zoveel enthousiasme afreizen naar het einde van de wereld.
Ga dat zien als U kunt!

(via Trendbeheer)

onderweg (15-09-2009)

mei 11, 2010

Ik moest 1 keer overstappen. In Zwolle.

Ik bleek niet veel tijd te hebben voor die overstap, dus stapte ik zodra ik de trein bereikt had in, om daarna de zoektocht naar een goede zitplek te starten.

Een blik op haar vertelde me dat dit de beste plek zou zijn. Misschien dat ze een praatje met me zou willen maken, maar daarvoor had ik mijn mp3-speler mee. Ik ging schuin tegenover haar zitten naast haar gouden tas en begroette haar (bijzonder eigenlijk dat ik dames op leeftijd altijd groet als ik bij ze ga zitten).

Ik pakte mijn boek en mijn mp3-speler uit mijn tas.
De trein begon te rijden en de dame pakte haar tas van de stoel naast me. Ik dacht dat dat was om de tas naast zich neer te zetten, maar het bleek een wisseltruuk te zijn. Ze zette zich naast me met de verklarende woorden; ‘Ik kan niet tegen achteruit rijden, daarom had ik mijn tas tegenover me gezet, voor de zekerheid’.
En zo zaten we dan opeens naast elkaar.

Een bevreemdende ervaring, omdat de meeste mensen die elkaar niet kennen (trouwens ook mensen die elkaar wél kennen) niet naast elkaar in een vierzits gaan zitten, maar elkaar altijd de meeste ruimte die mogelijk is geven.

Ik richtte mijn aandacht weer op mijn boek. Of liever, mijn blik, want mijn aandacht bleef bij haar. Vanuit mijn ooghoek nam ik haar in me op. Ik zag haar tas, haar broek, haar schoenen. Er was niet echt iets van smaak aanwezig, alles wees op praktisch. De gouden tas was nog wel het meest uitgesproken. Maar die was er alleen maar was omdat ze die ergens had gekregen. En hoewel lelijk, toch zonde om weg te gooien en een praktisch formaat, dus ach. In mijn ooghoek zag ik haar bewegingen, haar trekjes. En ik zag haar handen.

In de keuze van haar kleding en schoenen met de tas, en de combinatie van bepaalde bewegingen in haar gezicht en met haar handen herkende ik mijn moeder.
Even liet ik het idee door mijn hoofd gaan dat ze het echt zou zijn. Het idee dat we zo dicht bij elkaar zaten. Haar handen samengevouwen op schoot.
Het enige dat ik nog wilde was haar handen vasthouden. Het koste me geen enkele moeite om me voor te stellen hoe warm ze zouden zijn, die zachte oudere huid met ruwe eeltplekken van het huishoudelijke werk, de warmte die ze zouden geven…

Stug bleef ik mijn blik richten op mijn boek terwijl ik aanleunde tegen het gevoel dat het in gedachten vasthouden van mijn moeders handen teweeg bracht.

Tot aan Almelo zaten mijn moeder en ik met onze handen in elkaar gevouwen in de trein.

Ik schrik wakker omdat ik denk dat er een beest in mijn bed beweegt. Ik klik snel de lamp aan en staar naar de plek waar ik de beweging zag. Niets.
Nadat ik weer wat gekalmeerd ben, maar nog niet helemaal overtuigd van het niet bestaan van een beest in mijn bed, klik ik het licht uit en verdwijn helemaal minus mijn neus onder de dekens (van kleins af aan heb ik al het idee dat ik onder de deken onzichtbaar en beschermd ben, zelfs voor beesten die misschien wel ìn mijn bed zitten, dus besluit ik dat deze vorm van ontkenning het beste is).
Omdat dekens geluid dempen wordt ik steeds heel even licht uit mijn slaap getrokken door geluid op de gang. Omdat ik niet helemaal overtuigd was dat het beest er niet was laait de onrust bij elk geluidje op de gang weer op. Nu zijn het gedachten als ‘was dat nou de voordeur die open en dicht ging? Haalt er nou iemand spullen uit mijn huis terwijl ik hier lig te slapen?’ die ik probeer te negeren.

Na twee uur hardnekkige ontkenning en steeds weer uit lichte slaap getrokken te zijn door geluiden besluit ik om toch maar eens in mijn gang te gaan kijken, omdat inmiddels het idee in me opgekomen is dat Gijs weer een muis heeft gevangen die hij daar heeft laten schieten.

Voorzichtig open ik mijn slaapkamerdeur. Voorzichtig omdat een muis (of erger: een rat) in mijn slaapkamer gaat betekenen dat ik echt de rest van de nacht niet zal slapen op zoek naar dat beest. De gang is een ruimte die nog te overzien is.
Ik klik de lamp aan in de gang en zie dat Gijs de hele vloerbedekking heeft losgetrokken… Het ligt in hobbels en bobbels en hij zit er bovenop naar de bobbels te staren. De muis zal dus wel onder de vloerbedekking zijn geschoten toen hij zijn kans schoon zag.
Ik jaag Gijs naar de kale vloer en terwijl ik de vloerbedekking verder op til leg ik hem uit dat het dan dus nu wel de bedoeling is dat hij de muis weer gaat vangen. Er verschijnt een staartje, er is een hap en dan is er de vraag waar de muis nou is. Is hij verder onder de vloerbedekking geschoten of heeft Gijs hem toch? Ik hoor mezelf zeggen ‘Heb je hem? Gijs?!?’ en als ik omkijk zie ik dat er een staartje langs zijn kop steekt. Ja dus.

Ik ga achter Gijs aan de woonkamer in. Gijs maakt echter geen aanstalten met de muis naar buiten te vertrekken dus de drijfjacht op kat met muis richting achterdeur gaat van start. Eerst probeer ik de muis uit zijn bek te bevrijden. Vergeefs. Dan maar muis met kat en al de tuin in.
Nadat ik Gijs met muis in de tuin zie verdwijnen was ik mijn handen en stap weer in mijn bed. Langzaam zak ik weg in een lichte slaap om even later weer opgeschrikt te worden van geluid uit de gang. Dit keer ontken ik niets en stap meteen de gang in, om daar het gekraak van muizenbotjes tussen kattenkaken aan te treffen.